Voorzitter,
Daar sta je dan met de opdracht om een leuke speech te houden bij een afscheid waarvoor je niet zelf heb gekozen. Ik heb gemerkt hoe moeilijk het is, maar ik weet uit ervaring dat het nog moeilijker is om te luisteren naar een vertrekkende politicus die alleen maar kan vertellen waarom hij eigenlijk had moeten blijven. Dat zal ik dus niet doen maar neem van mij aan dat ik soms wel de neiging had.
Zoals ik dat de afgelopen jaren vaker deed, heb ik ook voor deze toespraak de hulp van de stad ingeroepen. Daarom twitterde ik vorige week de tekst: ‘Ik neem afscheid als wethouder, wat moet er in mijn afscheidsspeech. Dat leverde me een 15 tal reacties op die ik, voor zover ze niet tegenstrijdig waren, in deze speech heb verwerkt.
Het is vandaag 28 april. Tien dagen terug was het precies vier jaar geleden dat ik op deze plaats uit handen van de burgemeester de sleutels opgespeld kreeg. Het aantreden van Gerda van den Berg en mijzelf was toen het gevolg van een sterk gevoelde wens binnen de Partij van de Arbeid om te komen tot een nieuwe bestuurscultuur in deze stad, toen onder de naam feminiene bestuursstijl. Dat was politiek op basis van overtuigende argumenten, samenwerking en collegialiteit. Eerlijke politiek, afspraken nakomen en samenwerken met inwoners van de stad. Geen politiek op basis van macht alleen. Ik voelde daar wel wat voor, het sloot goed aan bij de bestuurservaringen die ik elders had opgedaan. Ik kwam immers uit een bestuurlijke omgeving waar ik als PvdA bestuurder altijd vanuit een minderheidspositie mijn werk had moeten doen. Een omgeving waar je alleen iets kon bereiken door anderen te overtuigen van de kwaliteit van je voorstellen.
De installatieraad op 18 april 2006 was een bijzondere ontmoeting met de nieuwe gemeenteraad. Zo vroeg Paul van Meenen zich, na bestudering van mijn cv, openlijk af of ik wel lang genoeg in Leiden zou blijven. Volgens mij was dat ook de laatste keer dat hij zich zorgen maakte over een eventueel voortijdig vertrek. In mijn reactie stelde ik destijds dat mijn vertrek eerder van hem zou afhangen. Die opmerking heeft zoals dat heet ‘met de kennis van nu’ meer voorspellende waarde gehad dan ik toen kon weten.
Uit die installatieraad is me één ding in het bijzonder bijgebleven. Dat was het feit dat ik wethouder werd met 24 stemmen voor en dus 15 stemmen tegen. Voor mij was dat een geheel nieuwe ervaring. Ik had nog helemaal niets gedaan en ik had nu al 15 tegenstanders in de gemeenteraad. Het was zo’n beetje mijn eerste kennismaking met de Leidse bestuurscultuur. Zo’n stemming zou ik later nog eens meemaken. Ik vroeg me toen af hoe je als wethouder je werk kan doen als een groot deel van de raad in beginsel niet bereid is vertrouwen te geven. Die stemmingen zijn achteraf van groter invloed geweest op mijn functioneren dan ik toen dacht. Hoe serieus ga je om met inbreng van partijen waarvan je weet dat ze je niet vertrouwen?
Na de installatie hebben we veel gedaan om een nieuwe start te maken. Zo begon ik met een rondgang langs alle fracties om mijn diensten aan te bieden en nog eens te onderstrepen dat ik een wethouder voor de hele raad wilde zijn. Maar ook binnen het college maakten we afspraken over onze nieuwe bestuursstijl. We maakten de bestuursvleugel weer toegankelijk voor onze inwoners, gingen collectief en individueel op werkbezoek. We probeerden tegenstellingen van belangen in de stad te overbruggen, werkten aan een verbetering van de relatie met onze ambtelijke organisatie en maakten een punt open communicatie naar raad en bevolking. Als wethouder Ruimtelijke Ordening merkte ik dat een nieuwe bestuurscultuur niet betekende dat alle tegenstellingen in deze stad als sneeuw voor de zon verdwenen. Daarvoor is de praktijk te complex. Ook wanneer je goed naar mensen luistert, moet je scherpe keuzes maken, je verantwoordelijkheid nemen. Dat leverde soms felle discussies op met de raad en de inwoners. Voorbeelden uit mijn portefeuille waren bijvoorbeeld de bouw van ROC-Lammenschans, het AZC in Roomburg, het bedrijventerrein Oostvlietpolder of, recent nog, de Morspoortgarage. In alle gevallen zag ik mezelf als uitvoerder van beleid dat binnen het college collegiaal was afgestemd, door een meerderheid van de raad gewenst was maar door een minderheid zwaar werd bestreden.
Voorzitter,
Ik ben ook een democraat. Als ik nu luister naar de meerderheid van uw raad dan is de cultuurverandering die wij vier jaar geleden hebben ingezet in uw ogen mislukt. Ik wens het nieuwe college heel veel succes met de hernieuwde poging. De noodzaak van deze verandering wordt door mij volledig onderschreven. Sterker nog, ik wil de cultuurverandering een handje helpen door uw raad op te roepen de nieuwe wethouders vanavond met algemene stemmen te benoemen. Doe deze mensen niet aan wat alle wethouders in de afgelopen jaren wel is aangedaan. Ter geruststelling aan de oppositie kan ik nog zeggen dat je volgens mij alleen vertrouwen kunt opzeggen als je het eerst gegeven hebt.
Voorzitter,
Ik prijs me gelukkig dat ik vier jaar wethouder van deze stad mocht zijn. In die vier jaar heb ik samen met mijn collega’s, met de raad, met de ambtenaren en de inwoners van deze stad gewerkt aan een aantal bijzondere dossiers. Ik zal ze niet allemaal noemen, maar een paar voorbeelden wil ik hier de revue laten passeren.
Natuurlijk is dat het project Huis van de Sport, waar de raad onlangs in grote meerderheid mee instemde. Een unieke gebiedsontwikkeling die niet in het stadhuis is bedacht, maar door de mensen in de stad. Of het project Minder en Beter, waarmee we inmiddels zowel de wachttijd als het aantal benodigde vergunningen heel fors hebben teruggebracht. Niet iedereen realiseert zich dat maar het scheelt voor onze inwoners 53000 wachtweken per jaar en levert onze ondernemers €376.000 structureel per jaar op. De VNG constateerde bij de afsluiting van dit project dat Leiden als gevolg van het Minder en Beter programma nationaal voorop loopt op het gebied van terugdringen van administratieve lasten. Ik constateer dat op dit punt het vanavond vast te stellen coalitieakkoord de afgelopen twee jaar behoorlijk is uitgevoerd.
Een ander voorbeeld is de verbetering van de huisvesting van onze ambtelijke organisatie. De afgelopen periode hebben we het aantal gemeentelijke gebouwen fors teruggebracht en daarmee de kosten van huisvesting structureel weten te verlagen. De verbouwing van het voormalig belastingkantoor heeft uiteindelijk binnen het oorspronkelijk geraamde budget plaats gevonden. De ambtenaren die onlangs naar Stationplein 207 verhuisden zijn enthousiast over de kwaliteit van hun nieuwe werkplek. U zult begrijpen hoe goed dit me heeft gedaan, na al het gedonder dat ik met dit dossier heb gehad.
Voorzitter,
Ik kan voorlopig doorgaan met mijn lijst van resultaten. Ik kan uren praten over het economisch succes van ons Bio Science Park. Ik kan feest vieren over de komst van Achmea met 1700 arbeidsplaatsen. Ik kan euforisch worden over een belangrijk resultaat van mijn Japanreis vorig jaar dat mijn opvolger de komende tijd aan u bekend kan maken. Ik word weer trots wanneer ik terugdenk aan al die olympische medailles die ik naar Leiden zag komen. Of wat dacht u van die beker waar ZZ-Leiden onlangs mee terug kwam, terwijl ze inmiddels in de play-off ook in de halve finale terecht gekomen zijn. Of wat dacht u van het actieplan stedelijke economie, de veranderde manier waarop we tegen projectmanagement en grote projecten zijn gaan aankijken of het behoud van de IJsbaan. En tenslotte voorzitter kan ik zelfs trots worden over het nieuwe complex van de stadsgehoorzaal nu ik de enthousiaste bezoekers met grote regelmaat ontmoet. Voorzitter het waren twee keer twee geweldige jaren.
Voorzitter,
Ik heb bedankjes en cadeautjes. Eerst de bedankjes.
Dan wil ik beginnen bij het thuisfront, Leny en de kinderen. Zij hebben zich de afgelopen vier jaar ver gehouden van de Leidse politiek. Dat wil echter niet zeggen dat ze geen last hebben gehad van mijn ambities. De verhuizing van een van de mooiste plekjes in Hillegom, het afscheid van vriendjes en vriendinnetjes, afscheid van hun school en voetbalclub. Ze moesten het allemaal voor mij over hebben. Dat ging zeker niet altijd vrijwillig en ik hoef u niet te vertellen wat er thuis gebeurde toen het eerste college kort na onze verhuizing in de problemen kwam en ik me moest afvragen hoe lang ik nog wethouder kon blijven. Of wat dacht u van die keer dat ik ze moest vragen om in huis wat bij de ramen weg te blijven na dreigementen van een lokale ondernemer. Ondanks alles zijn we er thuis in geslaagd om de boel bij elkaar te houden en daar ben ik ze nog elke dag dankbaar voor.
Op de tweede plaats bedankt ik alle huidige en voormalige collega wethouders en de burgemeester. Als teamspeler ben je helemaal nergens zonder een team. Wat uw raad ook voor regels bedenkt voor het nieuwe college, voor mij is er geen andere manier van besturen dan collegiaal besturen, alleen dan kom je tot goed afgewogen en gedragen besluiten. Ik zeg niet dat er op dit gebied niet te verbeteren was, maar er is toch reden genoeg om de collega´s hiervoor te bedanken.
Op de derde plaats wil ik alle medewerkers van de ambtelijke organisatie bedanken. Ik heb de afgelopen 4 jaar gemerkt hoe gedreven en plichtsgetrouw onze mensen zijn om besluiten van raad en college tot uitvoering te brengen. Wees zuinig op deze mensen.
In het bijzonder wil ik de ambtenaren bedanken die de afgelopen periode het dichtst bij me stonden. De trouwe medewerkers van de bodedienst en natuurlijk mijn Cindi, Frits en Fons , maar ook Jolanda. Zij waren het die me de afgelopen vier jaar door dik en dun hebben gesteund en die mij ondanks al mijn eigenaardigheden steeds zijn blijven steunen. Bedankt allemaal.
Tenslotte bedank ik al mijn vrienden en vriendinnen bij de Partij van de Arbeid die het mogelijk maakte dat ik 4 jaar dit werk voor de stad mocht doen.
Dan nu de cadeautjes.
Voorzitter,
De afgelopen dagen heb ik de kasten in mijn kamer leeggemaakt. Ik verzeker u, ze zijn helemaal leeg en er zitten geen lijken meer in. Er kwamen een paar dingen uit de kast die ik graag weg wil geven. Om wat tijd te sparen zal ik ze niet nu maar straks aan de betreffende mensen overhandigen. Ik loop ze even met u langs.
Woestijnroosje
Het lijkt een wat zielig plantje. Het is een Woestijnroosje, ooit stonden er zes op de bestuursvleugel, in elke wethouderskamer een. Het was een cadeautje van collega wethouder en vriend Paul Jonas aan alle wethouders en hij gaf ons daarbij een opdracht. We moesten het plantje in leven houden zolang het college bestond. En als u weet dat wij in het toenmalige college vast overtuigd waren van het feit dat het college 16 jaar zou stand houden, begrijpt u dat ik mijn best gedaan heb om dit plantje te laten floreren. Dat was overigens niet zo moeilijk. Net als de SP tegenwoordig, is het Woestijnroosje met weinig tevreden. Aan mijn wethouderschap komt nu een einde. Dus ook aan de zorg voor mijn Woestijnroosje. Wat is er dan mooier om de zorg voor dit roosje over te dragen aan de nieuwe wethouder Zorg die ook Roos heet. Roos van Gelderen, je draagt de zelfde naam als de eerste vrouwelijke burgemeester van Hillegom. Een partijgenoot waar ik nieuwe wethouder destijds veel van geleerd heb. Ik zal dit plantje straks aan je overhandigen maar zal er in tegenstelling tot wat Paul Jonas deed geen opdracht bij geven. Voor mij hoeft het nieuwe college niet zo lang te blijven zitten. Maar jou Roos wens ik wel heel veel succes toe in je nieuwe functie. Ik weet zeker dat je het goed gaat doen, met hart en hand zal ik maar zeggen. Ik zal je zeker blijven volgen.
Zandloper
Bij deze glazen zandloper hoort een bijzonder verhaal. Ik kreeg hem persoonlijk uit handen van van Camiel Eurlings samen met een zogenaamde blauwe brief. De brief zal ik houden, maar de zandloper geef ik weg. Dat heeft een reden. Ik kreeg hem van Eurlings op het moment dat het kabinet 10 miljoen euro beschikbaar stelde voor de ontsluiting van ons Bio Science Park. Een ontsluiting die ook volgens een onlangs uitgebracht rapport van het gezaghebbende bureau Buck Consultants, essentieel is om de leidende rol van het Leidse Bio Science park te behouden. Met de zandloper gaf Eurlings te kennen dat de 10 miljoen rijksbijdrage niet vrijblijvend was. Hij zag de zandloper als een symbool voor de druk van de tijd om resultaat te boeken. Hij stelde daarom twee voorwaarden aan het overmaken van het geld. De eerste voorwaarde was dat, zoals hij het zei, de schop snel in de grond moest. Daarvoor hebben we tot medio dit jaar de tijd gekregen om een projectbesluit te nemen. De tweede voorwaarde was dat ook de provincie 10 miljoen euro zou bijdragen. Ook de afspraak met de provincie is na veel praten gemaakt en ligt nu vast in BO2.
Ik wil deze zandloper graag weggeven. Niet aan de nieuwe projectwethouder Bio Science, maar aan de nieuwe aanvoerder van de meerderheid in deze raad Paul van Meenen. Dat doe ik omdat ik me zorgen maak over de doorontwikkeling van ons Bio Science Park. Het beste bedrijvenpark van Nederland, het park waar tegenwoordig uit binnen en buitenland mensen komen kijken hoe wij dat in Leiden toch hebben gedaan. Maar ook het park waarvan de noodzakelijke groei stil komt te liggen zonder een goede bereikbaarheid. Ik heb de afgelopen twee jaar mijn best gedaan om twee keer 10 miljoen euro van rijk en provincie beschikbaar te krijgen. Het opzeggen van BO2 heeft tot gevolg dat deze twee keer 10 miljoen euro niet naar Leiden komt. Het opzeggen van BO2 zal daardoor leiden tot stagnatie van de verdere ontwikkeling van Leiden Bio Sciencepark. Ik zal deze zandloper straks aan Paul van Meenen overhandigen. U heeft nog een maand of drie om het projectbesluit ontsluiting Leiden Bio Sciencepark naar de raad te krijgen. Ik wens u daarbij veel wijsheid toe.
Afbeelding Morspoortgarage en het Grote Parkeerspel
Het volgende cadeautje is een artist impression van de nieuwe Morspoortgarage en wel de uitvoering de voorkeur kreeg van tweederde van de 75 buurtbewoners die op de site hun stem hebben uitgebracht. De Morspoort is in de laatste maanden wel mijn meest roerige dossier geweest. Het was ook het dossier waarop ik mijn gewaardeerde collega John Steegh moest verliezen. Er zijn veel mensen in de stad die zich afvroegen waarom er zoveel gemeentelijk doorzettingsmacht nodig was voor de realisatie van dit project. Het antwoord op deze vraag is wat mij betreft buitengewoon eenvoudig. In de raad ben ik meer dan een keer buitengewoon helder aangesproken over het halen van de planning met betrekking tot de realisatie van onze parkeervoorzieningen. Niet zozeer door mijn eigen partij als wel door de fracties van CDA en VVD. Zij waren niet onduidelijk over de consequenties die het zou hebben wanneer het coalitieakkoord op dit punt niet zou worden uitgevoerd. Ik heb u daarbij niet teleurgesteld. Ondanks de grote tegenstand die er was heb ik de wens van de meerderheid van de raad op dit punt uitgevoerd. Dat het nu juist deze partijen zijn die nu akkoord gaan met vertraging van dit project roept bij mij natuurlijk vragen op over het spel dat hier wordt gespeeld. Een parkeerspel dus en laat dat nou net zijn wat ik vond bij het uitruimen van mijn kast.
Ik zal de artist impression en het grote parkeerspel straks overhandigen aan Paul Laudy en Arjen Bonestroo.
Honkbalknuppel
Deze honkbalknuppel kreeg ik een tijdje geleden van een ondernemer in de stad. Het is niet direct een attribuut waarmee ik als wethouder geassocieerd wil worden, maar omdat ik ook wethouder Sport ben geweest heeft hij toch een paar maanden in de hoek van m’n kantoor gestaan. Behalve een knuppel is het ook een pepermolen. Het gaat meer dan ooit goed met de sport in deze stad. Het onderhoud aan bestaande sportvoorzieningen is op orde gebracht, het Huis van de Sport is in ontwikkeling en de sportdeelname laat een toename zien. Daarnaast heeft de LSF een volwaardige positie gekregen als adviseur van het gemeentebestuur. De sport heeft zelf het initiatief genomen om te komen tot het Leids Sportplan dat binnenkort het licht zal zien en waarvan ik hoop dat de politiek het zal omarmen. De politieke partijen hebben voor de verkiezingen in overgrote meerderheid de belofte gedaan om de komende vier jaar niet te bezuinigen op Sport. Het is dat ik op grond van de gemeentewet geen recht heb op een afscheidsmotie, anders zou die zeker iets met dit onderwerp te maken hebben. Nu kan ik niet veel meer doen dan u beloven dat ik de LSF mijn diensten als actieleider zal aanbieden wanneer uw raad de afspraken op dit punt onverhoopt zou vergeten. Overigens weet ik zeker dat ik dan ook Erica Terpstra kan overtuigen nog eens naar Leiden te komen om u aan uw afspraken te houden. Zij was het immers die de uitspraken aan u wist te ontlokken tijdens het sportdebat dit voorjaar.
De knuppel gaat wat mij betreft naar Moniek van Sandiek. Onder druk van de motie van Sandiek mocht ik in recordtijd een verlanglijstje van 56 miljoen euro bij de sportverenigingen ophalen. U wilde dat voor de verkiezingen hebben om deze wensen via de onderhandelaars in te brengen. Ik moet constateren dat dit niet gelukt is. Dat neemt niet weg dat de uitkomsten van de motie er liggen en dat verwachtingen heeft gewekt. Nu het via de onderhandelingen niet is gelukt zal Moniek andere instrumenten moeten toepassen en daarbij kan deze wellicht van pas komen. Of ze daarvoor de knuppel of de peper gebruikt laat ik aan haar zelf over.
Onder Ondernemers
Voorzitter, ik kom tot een afronding. Ik heb een geweldige tijd gehad in Leiden. Ik zou het zo weer doen. Voor mijn werk heb ik talloze ontmoetingen in de stad gehad, zowel op het gebied van economie als sport. Door te blijven luisteren naar de mensen in de stad heb ik mijn werk kunnen doen zoals ik dat heb gedaan. Binnenkort kan uw raad kennisnemen van de nieuwste cijfers van de benchmark gemeentelijk ondernemersklimaat die elke twee jaar door het ministerie wordt gehouden. Daaruit blijkt een aanzienlijke verbetering van ondernemersklimaat in deze stad onder het laatste college. Ook de bereikbaarheid van het bestuur en het inlevingsvermogen van bestuurders is beter geworden. Ik denk dat dit de reden is waarom ik van de voorzitter van de BV Leiden via een tweet de complimenten in ontvangst mocht nemen over het gevoerde economisch beleid. Dat is wel eens anders geweest in deze stad. Een van de instrumenten die ik gebruikte om dat te bereiken waren mijn bijna 50 werkbezoeken en zomerstages bij Leidse bedrijven. Ik deed daarvan elke keer verslag op mijn weblog waarvoor ik vanavond overigens mijn duizendste bijdrage ga schrijven. Alle verslagen van werkbezoeken zijn nu in een mooi boekje gebundeld en van logo´s en foto´s voorzien met behulp van de betrokken bedrijven. Dankzij hun medewerking mocht ik vorige week het boekje Onder Ondernemers in ontvangst nemen. Het is een mooie doorsnede geworden van stuk voor stuk prachtige Leidse ondernemingen. Ik zou graag alle leden van de raad een exemplaar willen aanbieden. Het is mijn rapportage aan de raad over vier jaar onder ondernemers, vier jaar onder Leidenaren. Ik zou zeggen lees het goed door en zie het als een aansporing om in de komende periode goed te luisteren naar wat ondernemers in de stad te zeggen hebben. Zij zijn het die bijna 60.000 banen in deze stad in stand houden.
Het gaat u goed.